Pel het knoflookteentje, pers lichtjes uit en fruit zachtjes in de hete olijfolie in een pan. Voeg na 1-2 minuten de basilicum en oregano toe en blus alles af met de passata. Breng op smaak met zout en peper. Laat de saus 15 minuten op een middelhoog vuur sudderen. Voeg tijdens het koken eventueel een paar theelepels water toe om de saus romig te houden.
Laat de verse ricotta uitlekken. Was de spinazie en verwijder eventuele harde steeltjes. Doe de druipnatte spinazie in een grote pan, breng op smaak met een snufje zout en laat op middelhoog vuur inzakken. Giet overtollig vocht af, laat de groente afkoelen en knijp het resterende vocht eruit.
Hak nu de spinazie grof en meng met de uitgelekte ricotta en 80 g geraspte Parmezaanse kaas. Breng op smaak met zout, peper en geraspte nootmuskaat.
Verwarm de oven voor op 190°C.
Leg de pastavellen uit, leg een lepel vulling aan het uiteinde van het pastavel en rol in de lengte op tot een cannelloni. Bestrijk de rol met een beetje water. Herhaal dit met de overige pastavellen.
Giet wat van de saus op de bodem van de ovenschaal en leg de cannelloni erin. Giet de rest van de saus erover en bestrooi met de overgebleven Parmezaanse kaas.
Bak de cannelloni ongeveer 15 tot 20 minuten in de oven tot ze goudbruin zijn. Haal ze uit de oven en laat 5 minuten rusten voor je ze serveert.