Meng in een grote kom de gemalen amandelen met de suiker, eiwitten, honing en sinaasappelschil tot een plakkerig, glad deeg. Dek de kom af en zet een half uur in de koelkast.
Verwarm ondertussen de oven voor op 180° C boven- en onderwarmte.
Snijd nu met een eetlepel porties ter grootte van een walnoot van het deeg af en vorm er balletjes van.
Rol de balletjes in poedersuiker en leg ze 10 cm uit elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat. Knijp de bovenkant van elk balletje tussen twee vingers.
Plaats ze nu 10 minuten in de oven. Als ze er licht goudkleurig uitzien, zijn ze goed.